Recent moest de voorzieningenrechter te Almelo beslissen over een vordering tot opheffing van een beslag op handelsvoorraden. Op het beslagadres zat niet alleen de debiteur schuldenaar maar ook andere bedrijven die tot dezelfde groep behoorden. De beslagleggende deurwaarder ging van de begrijpelijke benadering uit dat nu de debiteur er haar kantoor heeft zij vermoed wordt eigenaar te zijn. De beslagene, de andere BV’s uit de groep en een privé-persoon die ter plaatse woont stellen aan de hand van stukken dat de beslag BV geen eigenaar is en tonen aan de hand van facturen, jaarstukken e.d. aan dat de beslagene feitelijk inkoopt en vervolgens doorverkoopt binnen de groep en vervolgens voor deze gehouden. Uit de overgelegde stukken zou blijken dat de beslagene al jaren geen voorraden of inventaris meer heeft. De rechter laat meewegen dat de stukken allemaal van ruim voor het beslag zijn en heft het beslag op.

Interessant is natuurlijk of deze constructie puur tot doel heeft schuldeisers af te schepen maar op zich zijn deze verhoudingen niet ongebruikelijk en een bestuurder aansprakelijk stellen omdat verplichtingen zou zijn aangegaan waarvan men bij voorbaat weet dat men niet zal betalen is een uitdaging op zich.

http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2015:2906 – Voorzieningenrechter Almelo 11 juni 2015 RBOVE:2015:2906