Mijn aandacht werd hierop gevestigd door een publicatie1 in Ius Novum. Op 15 april 2016 werd op internet consulatie.nl een voorstel voor het besluit opleiding en stage gdw-ambt geplaatst. Dit besluit vervangt (zonder dat te stellen) het Besluit opleiding en stage kandidaat-gerechtsdeurwaarder2 dat de basis is voor de opleiding aan de HU.
Het vervangt ook (zonder dat te stellen) het besluit toegevoegd-kandidaat-gerechtsdeurwaarders van 4 juli 20013 dat de huidige toevoegingspraktijk regelt van eerste, tweede en derde toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder. De toegevoegd kennen we overigens pas sinds 1960. Bedenk: de enige manier waarop iemand vroeger – dus voor 1960 – praktijkervaring kon opdoen was door het doen van waarnemingen. In de jaren tachtig ontstond de behoefte aan de tweede toevoeging, voor zover ik heb kunnen nagaan werd die mogelijkheid in 1987 geopend en later werd dit zelfs uitgebreid tot een derde, dat alles wel met beperkingen (een jaar) wat in de praktijk een dode letter was omdat altijd werd verlengd. Als men een of twee stagiaires had kon het zelfs oplopen tot 5 toevoegingen. Dat laatste kan nog steeds als ik artikel 6 van het Besluit bezie. Lid 2 vind ik wel ongelukkig geredigeerd: het drukt niet duidelijk genoeg uit dat het om toegevoegd-gerechtsdeurwaarders gaat.
Per 1 juli 2016 ontstaat een (overbodig) nieuw fenomeen: de kandidaat-gerechtsdeurwaarder = stagiaire, gelukkig niet als zodanig benoemd en die functie bekleedt men 2 jaar. Het eerste jaar is de stage op de HU voordat men het HBO diploma krijgt, het tweede deel moet bij verordening door de KBvG worden ingevuld. Wat trouwens te doen bij een verlengde stage op de HU?
De KBvG kan, nee moet, een eigen aanvullende opleiding inrichten. Het zal interessant zijn te horen wat de visie van Bestuur en de Ledenraad hierop is.
Wat gebeurt er verder op 1 juli a.s.?
Een hoop kandidaten die dan niet toegevoegd zijn komen klem te zitten. Als er een werkplek opduikt kunnen ze niet toegevoegd worden omdat daarvoor op grond van nieuw art. 5E van de gdw-wet een voltooide stage vereist is en die is er op dat moment nog niet: de KBvG moet immers daarvoor nog een verordening inrichten. Dit geldt naar mijn inzicht voor iedereen; zowel voor personen die na hun stage geen toevoeging kregen als diegenen – soms al vele jaren in functie – die tegen hun wil hun toevoeging zijn kwijtgeraakt.
Overgangsrechtelijk worden de zittende mensen (lees: toegevoegden) beschermd. Het overgangsrecht in het ontwerp besluit moet dus worden aangevuld, in ieder geval voor iedereen die zijn HBO-diploma of getuigschrift heeft en daarna een jaar of meer in de praktijk heeft gewerkt. Ik weet dat dit een strakke visie is: ik geef ze graag voor een andere want er duikt wel een vervelend probleem op door dit verder wel keurige besluit.
Het Ministerie heeft trouwens nog een leuk klusje te doen: alle kandidaten en toegevoegd-gerechtsdeurwaarders moeten nieuwe legitimatiebewijzen krijgen.
Een ding is dood: de oude opleiding zoals de UU die vanaf 1992 heeft verzorgd. Het vergunningenstelsel dat toen werd ontwikkeld is per 1 juli 2016 definitief ten einde. De tijd zal leren, als het iemand al interesseert, welke opleiding men het beste vond, als iemand zich trouwens nog druk over maakt.
119 april 2016
2Besluit opleiding en stage kandidaat-gdw
3Besluit toegevoegd kandidaat-gdw