Voorkom afwijzing buitengerechtelijke incassokosten en pas uw beleid hierop aan!
Aanmaningstermijn van artikel 6:96 lid 6 B.W. “binnen een termijn van veertien dagen, aanvangende de dag na aanmaning.”
In mijn eerdere blog over de WIK-regeling “artikel 6:96 lid 5 B.W. de linkerhand weet bij het hof Den Haag niet wat de rechterhand doet”, is uitgebreid gesproken over de regeling dat vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is op het moment nadat de schuldenaar na het intreden van het verzuim (…) vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van veertien dagen, aanvangende de dag na aanmaning, niet tot betaling is overgaan.
Nog steeds blijkt dat verscheidende schuldeisers in de (WIK)aanmaningsbrieven een onjuiste (kortere) termijn hanteren, omdat daarin wordt aangegeven dat er “binnen 14 dagen na heden” moet worden betaald of soortgelijke bewoordingen of termijnen (dus een dag korter dan art. 6:96 lid 6 B.W. voorschrijft).
Met ingang van 1 november 2015 zal de sectie Kanton Rechtbank Noord Holland het genoemde artikel in verstekzaken strikt gaan toepassen. Kortom: vanaf 1 november 2015 zullen alle vorderingen tot toekenning van buitengerechtelijke incassokosten, waarbij in de aanmaningsbrief niet is voldaan aan de in artikel 6:96 lid 6 B.W. genoemde termijn van veertien dagen, aanvangende de dag na aanmaning, worden afgewezen.