Wie zit nu echt op dat nieuwe systeem te wachten. Beschermt dit echtelieden beter tegen elkaar, ik denk het niet.
Ik bekijk het door de deurwaardersbril en zie een hoop verwarring waar die tot nu toe afwezig was. Wellicht dat het allemaal meevalt, immers: het gaat om mensen die vanaf 1 januari 2018 in het huwelijk treden en steeds minder mensen trouwen.
Het probleem voor schuldeisers zal vooral gaan ontstaan rond het nieuwe art. 1:96 lid 3 BW dat de uitwinning regelt van schulden van de echtelieden die voor het huwelijk zijn ontstaan. “Het verhaal op de goederen van de gemeenschap voor een niet tot de gemeenschap behorende schuld van een echtgenoot is beperkt tot de helft van de opbrengst van het uitgewonnen goed. De andere helft komt de andere echtgenoot toe en valt voortaan buiten de gemeenschap. De andere echtgenoot is bevoegd, indien een schuldeiser verhaal op een goed van de gemeenschap zoekt ter zake van een niet tot de gemeenschap behorende schuld, het goed waarop de schuldeiser verhaal zoekt, over te nemen tegen betaling van de helft van de waarde van dat goed uit zijn eigen vermogen. Vanaf het tijdstip van de overneming is dit een eigen goed van deze echtgenoot, dat niet in de gemeenschap valt.”
Wij (gerechtsdeurwaarders) zullen dus in de toekomst anders moeten gaan werken. Bij het dagvaarden zal hij/zij naar mijn mening altijd moeten nagaan of betrokkene gehuwd is en zo ja wanneer om in het vonnis vastgelegd te krijgen of het wel of niet een privé vordering van de schuldenaar is.
Dat gegeven kan van groot belang zijn voor de verdeling dan wel uitwinning van privé goederen.
Bij het leggen van een derde beslag – en dat zal het toch bijna altijd worden – komen de problemen volop naar boven. Als het een enkelvoudig beslag is moet de helft van de opbrengst (dus na beslag en verdeelkosten) naar de andere echtgenoot. Dit levert vaak een communicatieprobleem op want probeer de echtgenote maar eens duidelijk te maken wat er speelt…
Het mooiste is natuurlijk instemming van de partner om die helft in mindering te laten strekken maar dan moet je natuurlijk wel voorzichtig manoeuvreren om klachten te voorkomen. Verder verdient aandacht dat het te restitueren geld niet bij berekening van de onder handen werk positie mag worden betrokken: het is zuiver “’derdengeld””.
Een “echte” verdeling zal tot fikse discussies gaan leiden afhankelijk van welk standpunt wordt ingenomen want er is wel wat uit te debatteren over de status van de restitutieverplichting en dat komt volgens mij op het bordje van de eerste deurwaarder neer.
Stelt deze zich op het standpunt dat de restitutieverplichting enkel inhoudt dat die gelden terecht komen bij gemeenschapsschuldeisers dan ontwikkelt zich een leuke puzzel.
In het geval dat 3 schuldeisers elk € 1.000,– te vorderen (2 gemeenschapsschuldeisers, een privé vordering) hebben en er per maand € 90,– te verdelen is (na aftrek kosten) dan krijgen de gemeenschapsschuldeisers de eerste maand elk € 30,– en de helft van de € 15,– die aan de partner moet worden teruggegeven.
Na een maand moet de verdeelsleutel al worden herzien omdat de schuldeiser met de privé vordering meer moet gaan krijgen. Zij vordering is immers hoger dan die van de anderen omdat hij minder heeft ontvangen. Wat me vooral intrigeert is hoe dit software matig wordt aangepakt, vooropgesteld dat deze insteek wordt gekozen.
Het is nog veel leuker als zowel man als vrouw privé schulden hebben.
Bedenk wel dat ik verschillende vooronderstellingen toepas bij dit voorbeeld. Als de deurwaarder zich op het standpunt stelt dat de restitutieverplichting niet meegenomen mag worden bij de verdeling wordt de vraag relevant of een derdenbeslag onder de verdelende deurwaarder op zijn plaats is. Ik hoor iedereen al terecht mopperen of oplopende kosten.
Meer weten? Safe the date: 21 februari 2018 organiseert De Best & Partners een Mastclass Nieuw Huwelijksgoedererecht 2018
Meer Info: www.debloggendedeurwaarder.nl
Meld u aan op http://www.debloggendedeurwaarder.nl/aanmelden-voor-een-masterclass